Organisaties bieden steeds vaker duurzame mobiliteitsopties aan om milieudoelstellingen te behalen én hun werkgeversmerk te versterken, zo schrijft Esther Flipse in een artikel op HR Praktijk. Douwe Olijhoek, commercieel directeur van fleetkennis, herkent deze trend en deelt zijn kijk hierop.
Brede mobiliteit in trek
“De stap naar bredere mobiliteit is al langer gaande. Met name dat OV-reizen wordt aangeboden, ook voor privégebruik”, ziet Douwe. “Niet alleen vanuit milieuoogpunt een goede stap, maar ook een aantrekkelijke secundaire arbeidsvoorwaarde voor het vinden en binden van talent.”
Bieden of verbieden?
De zakelijke auto van de hand doen dan maar? Volgens Douwe ligt dat wat genuanceerder. “Veel berijders ervaren koudwatervrees bij het afstaan van hun auto. Die weerstand neem je niet zomaar weg. Het gemak van de auto is een sterke pullfactor. De strekking moet niet zijn: kiezen tussen vervoersmiddel A of B, maar voor A én B – en misschien C erbij. Als je mensen meerdere opties biedt in plaats van een keuze opdringt, wennen ze vanzelf aan andere oplossingen.” Douwe wijst erop dat OV in veel situaties, zoals bij filetrajecten of beperkte parkeermogelijkheden, al een efficiënter alternatief kan zijn. “De crux zit hem vooral in het laten ervaren dat andere opties ook en misschien zelfs méér gemak kunnen bieden.”
Het kostenplaatje
Zo’n hybride mobiliteitsbeleid kan aanvankelijk extra kosten met zich meebrengen, al ziet Douwe volop mogelijkheden om deze te elimineren. “Het begint allemaal met het maken van duidelijke afspraken, bijvoorbeeld dat de auto niet wordt ingezet voor gezinsleden als de hoofdberijder met het OV reist. Zo blijven de kosten beheersbaar en zal je daadwerkelijk bijdragen aan de CO2-reductiedoelen, zoals beoogd met de nieuwe WPM-regels.”
Voordelen alom
“Meer keuzevrijheid in duurzame mobiliteit biedt niet alleen milieuwinst, maar ook praktische voordelen voor werkgevers en werknemers”, vat Douwe samen.
